DE HEILIGE KORAN

SURA 81-90. 
SURA 81.Het Opvouwen (At-Takwier) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Wanneer de zon wordt omhuld, 2. En wanneer de sterren dof worden, 3. En wanneer de bergen verdwijnen, 4. En wanneer de drachtige kamelen worden verlaten, 5. En wanneer de dieren worden bijeengegaard, 6. En wanneer de zeëen worden geledigd, 7. En wanneer de mensen worden verenigd, 8. En wanneer er over het gedode kind (verantwoording) zal worden gevraagd 9. Voor welke misdaad het gedood werd, 10. En wanneer geschriften worden verspreid, 11. En wanneer de Hemel wordt opengelegd, 12. En wanneer de hel wordt ontstoken, 13. En wanneer het paradijs nabij wordt gebracht, 14. Dan zal ieder ziel weten wat zij heeft voorbereid. 15. En Ik roep tot getuige datgene wat terugkeert, 16. Zijn loop volgt en ondergaat, 17. En de nacht wanneer deze heengaat. 18. En de dageraad als deze aanbreekt. 19. Dat is voorzeker de boodschap van een edele boodschapper, 20. Vol van macht, bevestigd door de Heer van de Troon, 21. Die gehoorzaamd moet worden en vertrouwenswaardig is. 22. En uw metgezel is niet krankzinnig. 23. En hij zag hem (Gabriël) aan de heldere horizon. 24. En hij is geen vrek wat het onzienlijke aangaat. 25. En dit is niet het woord van Satan de vervloekte. 26. Waarheen richt gij u dan? 27. Dit is niets dan een vermaning voor de werelden. 28. Voor hem onder u die oprecht wil wandelen. 29. En gij zult niets willen behalve wat Allah wil, de Heer der Werelden.
*********************************

SURA 82. Het Klievende (Al-Infitaar) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Wanneer de hemel wordt gespleten, 2. En wanneer de sterren verstrooid worden, 3. En wanneer de zeëen worden geledigd, 4. En wanneer de graven worden geopend, 5. Zal iedere ziel weten wat zij heeft vooruitgezonden en wat zij achterwege heeft gelaten. 6. O mens, wat heeft u bedrogen omtrent uw Heer, de Genadige, 7. Die u schiep, daarna voltooide en u de juiste verhoudingen gaf? 8. Hij heeft u gevormd in een vorm, die Hem behaagde. 9. Neen, gij loochent het Oordeel. 10. Maar voorzeker er zijn bewakers over u. 11. Eerwaarde schrijvers, 12. Die weten wat gij doet. 13. Voorwaar, de deugdzamen zijn omringd door zegeningen 14. En de slechten zijn omringd door de hel, 15. Daarin zullen zij verbranden op de Dag des Oordeels; 16. En zij zullen er niet aan kunnen ontsnappen. 17. En wat weet gij er van wat de Dag des Oordeels is? 18. Nogmaals, wat weet gij er van wat de Dag des Oordeels is? 19. De Dag waarop een ziel iets vermag voor een andere ziel! Op die Dag berust het gebod alleen bij Allah.
**************************************

SURA 83. Daden in fraude (Al-Motaffifeen) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Wee hen die anderen tekort doen. 2. Wanneer zij voor zichzelf wegen, nemen zij volle maat; 3. Indien zij voor anderen uitmeten of afwegen, geven zij minder (dan behoort). 4. Weten zulke mensen niet dat zij zullen herrijzen 5. Op een grote Dag, 6. De Dag, waarop de mensheid voor de Heer der Werelden zal staan? 7. Neen! Het gedenkschrift over de bozen is in Sidjdjien. 8. En wat weet gij er van wat Sidjdjien is? 9. Het is een geschreven boek. 10. Wee, op die Dag de loochenaars, 11. Die de Dag des Oordeels loochenen. 12. En niemand behalve de zondige overtreder loochent die (Dag), 13. Die zegt, als Onze woorden aan hem worden voorgedragen: "Fabelen der ouden." 14. Neen, maar hetgeen zij plachten te verdienen heeft zich als roest aan hun hart gehecht. 15. Neen, zij zullen die Dag zeker van hun Heer worden uitgesloten. 16. Voorwaar, dan zullen zij in de hel branden, 17. En er zal tot hen worden gezegd: "Dit is hetgeen gij placht te loochenen!" 18. Neen, het gedenkschrift der deugdzamen is voorzeker in "Illijjien." 19. En wat weet gij er van wat"Illijjien" is? 20. Een geschreven boek. 21. De nabij (God) zijnden zullen het zien. 22. Voorwaar, de deugdzamen onder zegeningen, 23. Op hoge sofa's zullen zij elkander aanschouwen, 24. Gij zult in hun gezicht de glans der gelukzaligheid herkennen. 25. Hun wordt zuivere verzegelde wijn te drinken gegeven. 26. Welks zegel muskus is. En laat degenen die wedijveren, hiervoor wedijveren. 27. En hij zal vermengd worden met water van Tasniem; 28. Een bron waaruit de nabij (God) zijnden drinken. 29. Waarlijk, de schuldigen plachten de gelovigen uit te lachen, 30. En wanneer zij hen voorbijgingen, knipoogden zij tegen elkander. 31. En wanneer zij tot de hunnen terugkeerden, keerden zij opgetogen terug; 32. En wanneer zij hen zagen, zeiden zij: "Dit zijn inderdaad de dwalenden." 33. Maar zij waren niet als bewakers over hen gezonden. 34. Daarom zullen op deze Dag de gelovigen over de ongelovigen lachen, 35. Op hoge sofa's zittende zullen zij aanschouwen; 36. Voorzeker wordt de ongelovigen vergolden voor hetgeen zij plachten te doen!
*************************************************

SURA 84. De Splijting (Al-Insjiqaaq) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Wanneer de hemel vaneen splijt. 2. En zijn Heer gehoorzaamt zoals het hem betaamt. 3. En wanneer de aarde wordt uitgespreid. 4. En alles zal uitwerpen wat in haar is, en leeg wordt. 5. En gehoorzaamt aan haar Heer, zoals het haar betaamt. 6. (Zal worden gezegd) "O mens, gij moet ijverig naar uw Heer streven, dan zult gij Hem ontmoeten." 7. Wat hem betreft, wie het boek in zijn rechter hand wordt gegeven, 8. Hij zal waarlijk een gemakkelijke rekening krijgen, 9. En zal tot de zijnen in vreugde terugkeren. 10. Maar hij, wie het boek achter zijn rug wordt gegeven, 11. Hij zal vernietiging wensen 12. En een laaiend Vuur ingaan. 13. Voorzeker, hij was bij de zijnen gelukkig, 14. En dacht inderdaad dat hij nooit zou terugkeren. 15. Ja! Voorzeker, zijn Heer kent hem goed. 16. Ja, Ik roep de avondschemering tot getuige. 17. En de nacht en wat deze omsluiert, 18. En de maan als zij vol wordt, 19. Dat gij zeker van de ene toestand naar de andere overgaat. 20. Maar, wat scheelt hen, dat zij niet geloven? 21. En wanneer de Koran aan hun wordt voorgedragen, werpen zij zich niet ter aarde neer, 22. Integendeel, de ongelovigen loochenen (deze). 23. Doch Allah weet het beste wat zij denken. 24. Kondig hun hiervoor dus een pijnlijke straf aan. 25. Maar voor de gelovigen die goede werken doen, is een oneindige beloning.
******************************************

 SURA 85. De Tekens van de Zodiak (Al-Boroej) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Bij de hemel met zijn constellaties. 2. En bij de beloofde Dag. 3. En bij de getuige en hetgeen waarover hij getuigenis aflegt. 4. Vervloekt zijn degenen die groeven maakten - 5. Daarin vuur stookten - 6. Ziet! Zij zaten er bij, 7. En waren getuigen van wat zij de gelovigen aandeden. 8. En zij wreekten zich slechts op hen omdat zij in Allah geloofden, de Almachtige, de Geprezene. 9. Aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort; en Allah is Getuige van alle dingen. 10. En zij, die de gelovige mannen en vrouwen vervolgen en dan geen berouw hebben, voor hen is de straf der hel, en hen wacht de straf van het branden.11. Voorzeker, de gelovigen die goede werken doen, zullen tuinen hebben waardoor rivieren stromen. Dat is de grote zegepraal. 12. Waarlijk, de greep van uw Heer is hard. 13. Hij is het Die schept en weder voortbrengt; 14. En Hij is de Vergevende, de Liefderijke; 15. De Heer van de Troon, de Roemrijke; 16. Uitvoerder van wat Hij wil. 17. Heeft het verhaal van de heerscharen u dan niet bereikt, 18. Van Pharao en de Samoed? 19. Ja, maar de ongelovigen loochenen het. 20. En Allah omsingelt hen van achteraf. 21. Voorwaar, het is een glorierijke Koran, 22. Op een beschermde tafel.
***************************************

SURA 86. De Nachtelijke Bezoeker (At-Taariq) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Bij de hemel en bij de morgenster. 2. En wat weet gij (er van) wat de morgenster is? 3. Het is een ster van doordringende helderheid. 4. Er is geen ziel waarover geen wachter is. 5. Laat de mens derhalve overwegen waaruit hij geschapen werd. 6. Hij werd uit een stromende vloeistof geschapen, 7. Welke voortkomt van tussen de ruggegraat en de ribben. 8. Voorzeker, Hij kan hem (tot het leven) terugroepen. 9. Op de Dag waarop de geheimen zullen worden geopenbaard. 10. Dan zal hij geen kracht en geen helper hebben. 11. Bij de wolk die regen geeft. 12. En de aarde, die door planten splijt. 13. Dit is zeker een beslissend woord, 14. Het is geen scherts. 15. Voorwaar zij smeden een plan. 16. En ook Ik smeed een (machtiger) plan. 17. Geef derhalve de ongelovigen voor een wijle uitstel,
*****************************

SURA 87. De Allehoogste (Al-Ala) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Verheerlijk de Naam van uw Heer, de Allerhoogste. 2. Die schept en vervolmaakt,3. En Die bepaalt en leidt, 4. En Die het gewas voortbrengt, 5. En het dan doet verdorren. 6. Wij zullen u weldra onderwijzen zodat gij het niet vergeet - 7. Behalve wat Allah wil - Voorwaar, Hij kent het openlijke en het verborgene. 8. En Wij zullen uw weg effenen tot gemak. 9. Maak (anderen) daarom indachtig, voorzeker dit is nuttig. 10. Hij die vreest zal er lering uit trekken; 11. Maar de rampzalige zal zich ervan afwenden, 12. Die het grote Vuur zal binnengaan, 13. Waarin hij noch sterven noch leven zal. 14. Voorzeker, geslaagd is hij die zich loutert. 15. En die de naam van zijn Heer gedenkt en bidt. 16. Maar gij verkiest het leven dezer wereld, 17. Ofschoon het Hiernamaals beter en van langere duur is. 18. Voorzeker, dit is in vroegere geschriften vermeld, 19. De geschriften van Abraham en Mozes.
*********************************

SURA 88. Het Overweldigende Evenement (AlGhaasjijah) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Heeft het nieuws van de overweldigende (gebeurtenis) u bereikt? 2. Op die Dag zullen sommige aangezichten terneergeslagen zijn, 3. Zwoegend, zich afmattende, 4. Zij zullen in een vreselijk Vuur branden, 5. Hun zal uit een kokende bron te drinken worden gegeven, 6. Zij zullen geen voedsel krijgen, behalve van doornen, 7. Dat noch voedzaam zal zijn noch tegen de honger zal baten. 8. Op die Dag zullen andere aangezichten verblijd zijn. 9. Weltevreden met hun streven. 10. In een verheven tuin 11. Waarin zij geen ijdele (taal) zullen horen, 12. Waarin een stromende bron is, 13. Waarin hoge rustbanken opgericht zijn, 14. En drinkschalen gereed gezet, 15. En kussens gerangschikt,16. En tapijten uitgespreid. 17. Zien zij niet naar de wolken, hoe zij gevormd worden? 18. En naar de hemel, hoe deze hoog verheven werd? 19. En naar de bergen, hoe zij opgericht werden? 20. En naar de aarde, hoe zij uitgespreid werd? 21. Vermaant hen daarom want gij zijt slechts een vermaner; 22. Gij zijt geen waker over hen. 23. Maar hij die zich afwendt en niet gelooft, 24. Allah zal hem straffen met de strengste straf. 25. Voorwaar, hun terugkeer is tot Ons. 26. Dan zullen Wij rekenschap van hen vragen.
**************************************

SURA 89. De Dageraad (Al-Fadjr) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Bij de dageraad, 2. En de tien nachten, 3. En het even en het oneven 4. En de nacht als deze vervaagt; 5. Daarin is zeker genoeg bewijs voor een man van begrip. 6. Weet gij niet hoe uw Heer met de Aad handelde? 7. Het volk van Iram dat verheven gebouwen bezat, 8. Wier gelijken nog in geen enkele stad zijn voortgebracht, 9. En met de Samoed die de rotsen in het dal uithieuwen? 10. En met Pharao, de heer der grote scharen? 11. Die zich in de steden aan overtreding overgaven. 12. En veel verderf daarin aanrichtten. 13. Daarom, deed uw Heer een roede der kastijding over hen nederdalen. 14. Voorwaar, uw Heer is waakzaam. 15. Wat de mens betreft, wanneer zijn Heer hem beproeft door hem te roemen en door hem gunsten te bewijzen, dan zegt hij: "Mijn Heer heeft mij geëerd." 16. Maar wanneer Hij hem beproeft door hem in zijn levensonderhoud te beperken, zegt hij: "Mijn Heer heeft mij onteerd." 17. Neen, maar gij ontziet de wees niet. 18. Noch spoort elkander aan, de armen te voeden, 19. En gij verslindt het erfdeel in zijn geheel 20. En gij houdt te veel van weelde. 21. Neen, wanneer de aarde aan stukken wordt geschud, 22. En uw Heer komt en de engelen in rijen gerangschikt zijn, 23. Op die Dag zal de hel (hem) worden getoond; op die Dag zal de mens de vermaning willen volgen, maar hoe zal de vermaning hem kunnen baten? 24. Hij zal zeggen: "o had ik (vroeger), voor dit leven iets verricht." 25. Niemand straft zoals Hij op die Dag zal straffen. 26. Noch boeit iemand zoals Hij zal boeien. 27. Maar gij, o ziel in vrede! 28. Keer tot uw Heer terug, verblijd in Allah's welbehagen. 29. Ga daarom in onder Mijn dienaren, 30. En ga Mijn paradijs binnen.
****************************************

SURA 90. De Stad (Al-Balad) In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. 1. Ik zweer bij deze stad (Makka), 2. En gij zijt vogelvrij in deze stad. 3. En bij de vader en wat hij verwekte. 4. Voorwaar, Wij hebben de mens geschapen om moeilijkheden (te overwinnen). 5. Denkt hij dat niemand macht over hem heeft? 6. Hij zegt: "Ik heb veel rijkdommen verkwist." 7. Denkt hij dat niemand hem ziet? 8. Hebben Wij hem niet twee ogen gegeven? 9. En een tong en twee lippen? 10. Hebben Wij hem dan niet de twee hoofdwegen getoond? 11. Maar hij besteeg de heuvel niet. 12. En wat weet gij (er van) wat de heuvel is? 13. Een slaaf te bevrijden 14. Of, op de dag van honger iemand te voeden 15. Of een wees die u verwant is. 16. Of een arme die in het stof rolt. 17. Bovendien behoort hij (die dit doet) tot hen, die geloven en elkander aansporen tot geduld en die elkander aansporen tot barmhartigheid. 18. Dezen zullen aan de rechter hand zijn. 19. Maar zij, die niet in Onze tekenen geloven zullen aan de linker hand zijn. 20. Een gesloten Vuur zal hen omringen.

De Nederlandse
Interpretatie van de
Taal van de
Betekenissen
Het formatteren door William
B. Brown  

Comments

Popular posts from this blog